Tien misverstanden over Turbo's
Dit zijn de tien meest gehoorde misverstanden over Turbo’s. BNP Paribas geeft uitleg: hoe zit het nu écht?
- Als een Turbobelegger verlies maakt op zijn positie betekent dit winst voor BNP Paribas en vice versa.
- De restwaarde van een Turbo wordt altijd berekend op basis van het verschil tussen het stoplossniveau en het financieringsniveau.
- Het is gunstig voor BNP Paribas wanneer een Turbo het stoplossniveau bereikt.
- De waarde van een Turbo is altijd gelijk aan het verschil tussen het financieringsniveau en de koers van de onderliggende waarde.
- Turbo’s zijn alleen geschikt voor kortetermijnbeleggers.
- Een Turbo kan het stoplossniveau alleen bereiken binnen de handelstijden voor Turbo’s.
- Als er weinig wordt gehandeld in een turbo betekent dit dat ik deze wellicht niet kan verkopen wanneer ik dat wil.
- Wanneer ik een Turbo long op een Nederlands aandeel koop houdt BNP Paribas een deel van het dividend in.
- Wanneer de onderliggende waarde van een Turbo nog niet verhandelbaar is, wordt de waarde gebaseerd op de slotkoers van de voorgaande dag.
- Een turbo wordt verhandeld per 100 eenheden.
1. Als een Turbobelegger verlies maakt op zijn positie betekent dit winst voor BNP Paribas en vice versa.
BNP Paribas dekt haar positie in Turbo’s af door een positie in de onderliggende waarde in te nemen. Stel dat u een ArcelorMittal Turbo long koopt van BNP Paribas. Deze Turbo zal met 1 euro in waarde stijgen voor iedere euro die het aandeel ArcelorMittal stijgt. BNP Paribas kan deze positie afdekken door zelf aandelen ArcelorMittal te kopen.
Stijgt het aandeel ArcelorMittal, dan stijgt zowel de waarde van het aandeel ArcelorMittal dat BNP Paribas heeft gekocht als de waarde van de Turbo die BNP Paribas aan u heeft verkocht. Het maakt dan voor BNP Paribas niet uit of de waarde van het aandeel stijgt of daalt.
BNP Paribas rekent financieringskosten over het deel van de belegging dat zij voor u financiert en kan inkomsten behalen uit de spread, het verschil tussen de bied- en de laatprijs van een Turbo.
Terug naar boven ↑
2. De restwaarde van een Turbo wordt altijd berekend op basis van het verschil tussen het stoplossniveau en het financieringsniveau.
Wanneer een Turbo het stoplossniveau bereikt wordt de handel in de turbo beëindigd. BNP Paribas zal vervolgens de positie in de onderliggende waarde afwikkelen. De gemiddelde prijs waarop BNP Paribas de positie kan sluiten is bepalend voor de hoogte van de restwaarde.
Stel dat u een Turbo long heeft gekocht op het aandeel Ahold met een stoplossniveau op 14,00 en een financieringsniveau op 13,00. De koers van het aandeel Ahold daalt tot 14,00 euro en de Turbo bereikt het stoplossniveau. BNP Paribas zal vervolgens de aandelen Ahold die zij had aangekocht om deze Turbopositie af te dekken verkopen. De restwaarde wordt berekend op basis van de gemiddelde koers waarop BNP Paribas de aandelen verkoopt.
Stel dat BNP Paribas de aandelen Ahold verkoopt tegen een gemiddelde koers van 13,95, dan wordt de restwaarde in principe berekend als: 13,95 – 13,00 = 0,95 euro. Ook wanneer er wordt afgewikkeld boven het stoplossniveau wordt de restwaarde op deze wijze berekend.
Dus stel dat BNP Paribas haar positie in Ahold kan afwikkelen bij een gemiddelde koers van 14,05 euro, dan is de restwaarde: 14,05 – 13,00 = 1,05 euro. In het meest negatieve scenario is de restwaarde nul. Voor de bovenstaande Turbo op Ahold zou de restwaarde nul zijn wanneer BNP Paribas de aandelen Ahold verkoopt tegen een gemiddelde prijs op of onder 13,00 euro.
Terug naar boven ↑
3. Het is gunstig voor BNP Paribas wanneer een Turbo het stoplossniveau bereikt.
Wanneer een Turbo wordt beëindigd betekent dit dat BNP Paribas niet langer financieringsopbrengsten ontvangt over deze Turbo. Daarom is het ook voor BNP Paribas niet gunstig wanneer een stoplossniveau wordt bereikt. Door de buffer tussen het stoplossniveau en het financieringsniveau van een Turbo loopt BNP Paribas pas risico als de koers van de onderliggende waarde onder het financieringsniveau komt bij een Turbo long, en erboven bij een Turbo short.
Wanneer een turbo het stoplossniveau bereikt zal BNP Paribas proberen de positie in de Turbo te sluiten en zo snel mogelijk berekenen of er een restwaarde is. Hoe snel dit gebeurt hangt af van marktomstandigheden zoals de liquiditeit.
Wanneer bijvoorbeeld een Turbo op Fugro het stoplossniveau bereikt en BNP Paribas een groot aantal aandelen Fugro moet verkopen om de positie af te wikkelen, zal zij niet direct bestens de gehele positie in Fugro verkopen zodra de Turbo het stoplossniveau heeft bereikt. Het is namelijk zeer waarschijnlijk dat dit een te sterke invloed zou hebben op de koers van het aandeel Fugro.
In plaats hiervan zal de handelaar van BNP Paribas de positie in kleinere delen sluiten. BNP Paribas heeft maximaal 3 uur nadat het stoplossniveau wordt bereikt de tijd om de positie te sluiten. Dit geldt ook voor onderliggende waarden die een continue notering hebben zoals goud of euro-dollar.
Terug naar boven ↑
4. De waarde van een Turbo is altijd gelijk aan het verschil tussen het financieringsniveau en de koers van de onderliggende waarde.
Alleen wanneer de ratio 1 is en de onderliggende waarde in euro’s noteert is de waarde van de turbo gelijk aan het verschil tussen het financieringsniveau en de koers van de onderliggende waarde.
Wanneer de ratio geen 1 is of de onderliggende waarde in een andere valuta is genoteerd, moet hiermee rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de Turbo. Met deze formules kunt u de waarde van een Turbo te berekenen:

Terug naar boven ↑
5. Turbo’s zijn alleen geschikt voor kortetermijnbeleggers.
Turbo’s kunnen worden gebruikt om in te spelen op verwachte koersstijgingen of dalingen van een aandeel, grondstof, valuta, index of obligatie. Veel Turbobeleggers maken gebruik van de Turbo’s met de hoogste hefbomen en gebruiken die om voor een korte periode in te spelen op een koersstijging of -daling.
Steeds vaker zien we dat beleggers vooral de Turbo’s met de lagere hefbomen ook voor langere termijn gebruiken. Bij Turbo’s met een lage hefboom ligt het stoplossniveau verder van de huidige koers vandaan, hierdoor wordt het risico op uitstoppen kleiner. Beleggers kunnen op deze manier toch versneld inspelen op koersstijgingen of dalingen met minder risico. Tevens kunnen Turbo’s ook worden gebruikt om een portefeuille af te dekken.
Terug naar boven ↑
6. Een Turbo kan het stoplossniveau alleen bereiken binnen de handelstijden voor Turbo’s.
Een Turbo bereikt het stoplossniveau op het moment dat de koers van de onderliggende waarde het stoplossniveau bereikt of doorbreekt. Een Turbo op bijvoorbeeld goud of euro-dollar kan dus 24 uur per dag het stoplossniveau bereiken.
Terug naar boven ↑
7. Als er weinig wordt gehandeld in een Turbo betekent dit dat ik die wellicht niet kan verkopen wanneer ik dat wil.
BNP Paribas is marketmaker voor de Turbo’s. Dit betekent dat zij onder normale marktomstandigheden een bied- en een laatprijs afgeeft voor iedere Turbo, zodat u ook wanneer er geen andere kopers of verkopers zijn kunt handelen tegen de prijzen van BNP Paribas.
Terug naar boven ↑
8. Wanneer de onderliggende waarde van een Turbo nog niet verhandelbaar is, wordt de waarde gebaseerd op de slotkoers van de voorgaande dag.
De onderliggende waarden van Turbo’s op Amerikaanse aandelen zijn voor 15:30 uur niet verhandelbaar, terwijl de Turbo’s dan wel verhandelbaar zijn. Voor bijvoorbeeld Turbo’s op Apple kan BNP Paribas voor 15:30 uur haar prijzen baseren op het aandeel Apple dat op de Duitse beurs wordt verhandeld, en voor de Turbo’s op bijvoorbeeld de S&P 500 baseert zij doorgaans haar prijzen op de S&P 500 future. BNP Paribas prijst de Turbo’s niet op basis van de slotkoers van de vorige dag.
Terug naar boven ↑
9. Een Turbo wordt verhandeld per 100 eenheden.
Optiebeleggers zijn vaak gewend aan een contractgrootte van 100. Voor Turbo’s is dit echter niet van toepassing; Turbo’s worden per stuk verhandeld. Wanneer u een order opgeeft voor 1 Turbo, koopt u daadwerkelijk 1 Turbo.
Terug naar boven ↑